- Algemeen
- Behandelingen
- Barrett Expert Centra
- Voorlichtingsmateriaal
- Veelgestelde vragen
- Contact
Wat is een Barrett-slokdarm?
De slokdarm is de buis die loopt van de keel naar de maag. De binnenkant van de slokdarm is afgewerkt met een parelmoerachtige bekleding. Deze bekleding wordt ook wel slijmvlies genoemd.
Een Barrett-slokdarm betekent dat het onderste deel van de slokdarm bekleed is met ander slijmvlies dan normaal. Het lichtroze slijmvlies van de slokdarm verandert in donkerroze slijmvlies, vergelijkbaar met het slijmvlies van de maag. Dat komt doordat er jarenlang te veel of te vaak maagzuur omhoog in de slokdarm is gekomen.
Een Barrett-slokdarm zelf geeft geen klachten. Wel kunt u klachten van terugstromend maagzuur, of zure reflux, ervaren.
![[Endoscopische Plaatjes Geen Barrett En Wel Een Barrett]](https://www.barrett.nl/content/uploads/2025/02/Endoscopische-plaatjes-geen-Barrett-en-wel-een-Barrett-e1741689570602.jpg)
Hier ziet u een afbeelding van de slokdarm, de buis die de mond met de maag verbindt. In de afbeelding is de slokdarm in oranjerood weergegeven. Het Barrett slijmvlies is het rode slijmvlies onderin de slokdarm. Bij mensen met een Barrett-slokdarm is er vaak een middenrifbreukje. Hierdoor is de afsluiting tussen de slokdarm en de maag minder goed, waardoor maagzuur makkelijker terugstroomt in de slokdarm. Dit is te zien in het vergrote, ronde deel van de afbeelding.
Oorzaken van een Barrett-slokdarm
Een Barrett-slokdarm ontstaat door het jarenlang terugstromen van maagzuur in de slokdarm, ook wel zure reflux of brandend maagzuur genoemd. Deze zure reflux kan de slokdarm beschadigen en ontsteking veroorzaken, waardoor het slijmvlies uiteindelijk kan veranderen in Barrett-slijmvlies.
- Refluxklachten: Ongeveer 1 op de 10 mensen met refluxklachten ontwikkelt een Barrett-slokdarm. De meeste mensen met brandend maagzuur krijgen echter geen Barrett-slokdarm. Een Barrett-slokdarm kan ook ontstaan zonder dat iemand ooit klachten van brandend maagzuur heeft gehad. Het is onduidelijk waarom bij sommige mensen wel een Barrett-slokdarm ontstaat en bij anderen niet.
- Breukje in het middenrif: Bij veel mensen met een Barrett-slokdarm werkt de afsluiting tussen maag en slokdarm niet goed, dit wordt ook wel een middenrif breukje, of hernia diafragmatica, genoemd. Het middenrif is de spier die de borstholte van de buikholte scheidt. Een hernia diafragmatica ontstaat wanneer een deel van de maag door een zwakke plek of opening in het middenrif naar boven in de borstholte verschuift. Strict genomen is er dus geen sprake van een breukje in het middenrif. Door de verschuiving werkt de afsluiting van de maag naar de slokdarm minder goed. Dit kan leiden tot klachten zoals brandend maagzuur, zuur oprispingen of soms pijn op de borst, en uiteindelijk in sommige gevallen tot een Barrett-slokdarm.
- Risicogroepen: Een Barrett-slokdarm komt vooral voor bij mannen boven de 50 jaar met langdurige refluxklachten. Vrouwen en jongere mensen kunnen het ook ontwikkelen, maar dat gebeurt minder vaak. We zien een Barrett-slokdarm ook vaker bij patiënten met overgewicht. Dat komt, omdat door het overgewicht de druk in de buik hoger wordt, en daardoor stroomt het maagzuur nog makkelijker de slokdarm in.

Diagnose Barrett-slokdarm
De diagnose wordt gesteld met een kijkonderzoek van de slokdarm en maag, een zogenoemde gastroscopie. Een MDL-arts gebruikt hierbij een flexibele slang met een camera om de slokdarm van binnen te bekijken. Tijdens dit onderzoek worden ook kleine hapjes weefsel (biopten) afgenomen. Deze biopten worden onder een microscoop onderzocht om de diagnose Barrett-slokdarm met zekerheid vast te stellen.

Bij een Barrett-slokdarm is het slijmvlies van de slokdarm veranderd. Het normaal lichtroze slijmvlies wordt donkerroze, vergelijkbaar met het slijmvlies van de maag.
Wat kunt u zelf doen?
- Gezonde leefstijl: Zorg voor een gezond voedingspatroon, een gezond gewicht, voldoende beweging en vermijd roken en alcohol. Indien u overgewicht heeft, is het advies om gewicht te verliezen.
- Zuurremmende medicijnen: Neem uw medicijnen tegen brandend maagzuur zoals voorgeschreven door uw arts. Het is belangrijk om deze levenslang te blijven gebruiken, tenzij uw arts anders adviseert.
Soorten medicatie bij brandend maagzuur
Er zijn twee soorten medicijnen om brandend maagzuur te behandelen:
- Maagzuurremmers: Deze medicijnen remmen de aanmaak van maagzuur en zijn geschikt voor langdurig gebruik. Voorbeelden: Losec®, Nexium®, Pantozol®, Prezal®, Pariet®. Veel mensen met een Barrett-slokdarm gebruiken dagelijks een maagzuurremmers.
- Neutraliserende medicijnen: Deze middelen verminderen tijdelijk de zuurgraad in de maag. Ze werken snel, maar het effect houdt niet lang aan. Geschikt voor incidenteel gebruik. Voorbeelden: Rennie®, Antagel®, Maalox®.
Alarmsymptomen
Bij een Barrett-slokdarm is het belangrijk om goed te letten op de volgende klachten. Deze klachten kunnen namelijk een gevolg zijn van een maagzweer of slokdarmkanker. Ga met deze klachten altijd naar de huisarts:
- Onverklaarbaar gewichtsverlies
- Bloed overgeven
- Pikzwarte, teerachtige ontlasting
- Problemen met slikken, of als het eten niet wil zakken
Als u een Barrett-slokdarm heeft, kan het zijn dat uw arts u verwijst naar een Barrett Expert Centrum. Dit gebeurt als er tijdens een kijkonderzoek (gastroscopie) een afwijking of dysplasie (onrustige cellen) in uw Barrett-slokdarm zijn gevonden. In het Barrett Expert Centrum wordt meestal opnieuw een kijkonderzoek gedaan. Daarna bespreekt een team van gespecialiseerde artsen en verpleegkundigen met u welke behandeling het beste bij uw situatie past. Om het herstel goed te laten verlopen, krijgt u na elke behandeling ook zuurremmende medicatie.
Dysplasie in een Barrett-slokdarm
In een Barrett-slokdarm kan dysplasie ontstaan. Dysplasie (onrustige cellen) wordt gezien als een voorstadium van kanker. We maken onderscheid in laaggradige dysplasie en hooggradige dysplasie. Dit onderscheid geeft de mate van onrust in de cellen aan.
Bij hooggradige dysplasie is er sprake van meer onrust dan bij laaggradige dysplasie. Dat wil zeggen dat de cellen zich minder als normale cellen gedragen. Uiteindelijk kunnen de onrustige cellen in de Barrett-slokdarm ontaarden in slokdarmkanker, het zogenaamde adenocarcinoom.
Als er dysplasie, of (vroege) slokdarmkanker wordt gevonden zijn verschillende behandelingen mogelijk. Uw arts zal met u bespreken of behandeling nodig is en voor welke behandeling u in aanmerking komt. Meer informatie over de verschillende behandelingen vindt u hieronder.

Endoscopische behandelingen
Er zijn verschillende behandelingen mogelijk tijdens een gastroscopie. De meest gebruikte behandelingen voor een Barrett-slokdarm worden hieronder benoemd. Voor vragen over hoe uw behandeling precies zal worden uitgevoerd en hoe u daarna wordt gecontroleerd, verwijzen we u naar het Barrett Expert Centrum dat u gaat behandelen.
Endoscopische resectie
Bij een endoscopische resectie wordt tijdens het kijkonderzoek een klein stukje van de binnenste slijmvlieslaag van de slokdarm verwijderd. ‘Endoscopisch’ betekent dat het via een endoscoop verwijderd. De term ‘resectie’ betekent ‘verwijderen’. In een Barrett slokdarm wordt endoscopische resectie meestal toegepast als er een zichtbare afwijking wordt gevonden in de Barrett-slokdarm, die groeit in de oppervlakkige slijmvlieslagen.
Wat gebeurt er?
Endoscopische resectie is een verzamelnaam van verschillende technieken. Welke techniek wordt gebruikt, hangt af van de grootte en de vorm van de afwijking en hoe diep de afwijking groeit. Soms worden de technieken gecombineerd. We bespreken hieronder de twee meest gebruikte technieken.
Endoscopische resectie met ligatie-techniek
- Afwijking markeren: Het weg te snijden gebied wordt gemarkeerd.
- ‘Opzuigen’ van de afwijking: Aan het uiteinde van de endoscoop wordt een doorzichtig kapje bevestigd. Om het kapje zitten elastiekjes gespannen. Wanneer het uiteinde van endoscoop bij de afwijking is gebracht, wordt de afwijking in het kapje gezogen.
- Plaatsen van elastiekje: Een elastiekje wordt om de ingezogen afwijking geschoten waardoor een bolletje ontstaat.
- Aanbrengen van lus en doorsnijden: Een metalen lusje wordt om het bolletje gelegd. Met behulp van een kleine elektrische stroom wordt het bolletje veilig doorgesneden en verwijderd.

Endoscopische submucosale dissectie (ESD)
- Afwijking markeren: Het weg te snijden gebied wordt gemarkeerd.
- Water spuiten: Er wordt vocht onder de afwijking gespoten. Dit zorgt ervoor dat de afwijking iets omhoog komt te liggen, waardoor deze veiliger kan worden verwijderd.
- Wegsnijden: De afwijking wordt met een elektrisch mesje van de bodem afgesneden.

Alle stukjes weefsel worden aan het eind van de behandeling uit de slokdarm gehaald, zodat deze vervolgens onderzocht kunnen worden door de patholoog.
Welke complicaties kunnen er optreden?
Bij elke behandeling kunnen soms complicaties optreden. Gelukkig zijn de risico’s hierop laag en zijn die altijd goed te behandelen. De complicaties die kunnen ontstaan zijn een slokdarmvernauwing, bloeding of perforatie (gaatje in de slokdarmwand).
Radiofrequente ablatie (RFA)
Bij RFA wordt het meest oppervlakkige laagje van de slokdarmwand kortdurend sterk verhit. Hierdoor sterft dit bovenste laagje af. RFA is geschikt voor een Barrett-slokdarm waarin geen zichtbare afwijkingen worden gezien. Na de behandeling herstelt de slokdarm en groeit er weer normaal slijmvlies terug.
Wat gebeurt er?
Voor het beste resultaat zijn meestal twee à drie RFA-behandelingen nodig, met tussenpozen van drie à vier maanden. De eerste behandeling gebeurt meestal met een RFA-ballon en de volgende behandelingen met een kleiner ablatieapparaatje.
RFA-ballonbehandeling
Met de ballon-behandeling kunnen grotere delen in één keer behandeld worden. De behandeling gaat als volgt:
- Ballon inbrengen en opblazen: Een kleine ballon wordt in de slokdarm gebracht en voorzichtig opgeblazen.
- Verhitten Barrett-slijmvlies: Om de ballon zit een dunne metalen draad die warmte afgeeft. Het Barrett-slijmvlies wordt hiermee gedurende ongeveer één seconde verhit.
- Verplaatsen en herhalen: De ballon wordt iets verplaatst en het proces herhaald, totdat het hele Barrett-slijmvlies is behandeld.
RFA-behandeling met ablatieapparaatje
Meestal zijn er na de behandeling met een RFA-ballon nog kleine gebieden Barrett-slijmvlies aanwezig. Dit komt omdat de RFA-ballon niet overal goed contact heeft gehad met de slokdarmwand. Deze kunnen als volgt worden behandeld met een ablatieapparaatje:
- Inbrengen ablatieapparaatje: Er wordt een klein apparaat op het uiteinde van de endoscoop bevestigd welke nauwkeurig naar de resterende Barrett-plekjes kan worden gebracht.
- Verhitten Barrett-slijmvlies: Dit apparaatje geeft ook warmte af, waarmee vervolgens nauwkeurig de overgebleven plekjes Barrett-slijmvlies kunnen worden behandeld.
- Verplaatsen en herhalen: Het proces wordt herhaald tot alle overgebleven plekjes Barrett-slijmvlies zijn behandeld.
De behandeling zelf duurt ongeveer 30 minuten. Houdt er rekening mee dat u eerder moet komen voor voorbereiding en moet uitslapen na het onderzoek.

Welke complicaties kunnen er optreden?
Bij elke behandeling kunnen soms complicaties optreden. Gelukkig zijn de risico’s hierop laag en zijn die altijd goed te behandelen. De complicaties die kunnen ontstaan zijn een slokdarmvernauwing, bloeding of perforatie (gaatje in de slokdarmwand)
Cryoballon ablatie
Bij cryoballon ablatie wordt het Barrett-slijmvlies bevroren in plaats van verhit, zoals bij hiervoor genoemde technieken. Door het bevriezen zal het Barrett-slijmvlies afsterven en kan nieuw normaal slokdarmslijmvlies terug groeien. Goed om te weten: cryoballon ablatie wordt alleen nog in het kader van wetenschappelijk onderzoek wordt uitgevoerd.
Wat gebeurt er?
- Inbrengen catheter: Er wordt een cathether (dun kunststof slangetje) met aan het uiteinde een ballonnetje door de endoscoop opgevoerd. Vloeibaar stikstof oxide (de cryogene vloeistof) stroomt door de catheter, waar aan het uiteinde een klein spray-gat zit.
- Ballon opblazen: Wanneer het vloeibare stikstofoxide in de ballon wordt gespoten, wordt het gasvormig, waardoor het de ballon opblaast.
- Barrett-slijmvlies bevriezen: De ballon wordt door de stikstofoxide zo koud, dat deze de binnenkant van de slokdarm bevriest, waardoor het Barrett-slijmvlies afsterft. De stikstofoxide gaat weer terug in de catheter: er komt dus niets vrij in het lichaam.
Na de behandeling kunt u last hebben van pijn achter het borstbeen en/of in de buik. De pijn is meestal het ergst op de dag van de behandeling maar kan tot twee weken aanhouden. U krijgt van uw behandelend arts tips en adviezen ten aanzien van pijnstilling, dieet en medicijngebruik.

Argonplasma coagulatie (APC)
APC wordt meestal als aanvullende behandeling gebruikt om kleine gebiedjes met Barrett-slijmvlies te behandelen die achterblijven na bijvoorbeeld endoscopische resectie of RFA.
Wat gebeurt er?
- Inbrengen catheter: tijdens het kijkonderzoek wordt een catheter (dun kunststof slangetje) door de endoscoop opgevoerd en tot dicht op het Barrett-slijmvlies gebracht.
- Wegbranden Barrett-slijmvlies: via het slangetje stroomt argongas, dat elektrische stroom naar het Barrett-slijmvlies geleidt. Hierdoor kan het Barrett-slijmvlies worden weggebrand.
Na APC kan het weggebrande Barrett-slijmvlies genezen tot normaal slokdarm slijmvlies.

Wat zijn Barrett Expert Centra?
In Nederland is de behandeling van patiënten met een Barrett-slokdarm waarin dysplasie (onrustige cellen) of een afwijking is gevonden, gecentraliseerd in 9 Barrett Expert Centra. Elk Barrett Expert Centrum heeft een gespecialiseerd team van Barrett-artsen en -verpleegkundigen met veel ervaring in de verschillende endoscopische behandelingen voor Barrett-slokdarmen. Zo zorgen we ervoor dat u altijd een goede behandeling krijgt.
Barret Expert Centra
Veelgestelde vragen
Endoscopische resectie wordt toegepast bij patiënten met zichtbaar afwijkend slijmvlies in hun Barrett-slokdarm. Bij deze behandeling wordt een oppervlakkig stukje slijmvlies tijdens de gastroscopie verwijderd. Na de endoscopische resectie worden de weefselstukjes die zijn verwijderd opgestuurd naar de patholoog voor beoordeling onder de microscoop. Soms kan het in uw situatie net anders zijn. Vraag daarom altijd aan uw arts, waarom u wel of niet in aanmerking komt voor een behandeling.
RFA kan worden toegepast op een Barrett-slokdarm waarbij geen zichtbare afwijkingen (meer) worden gevonden. Bijvoorbeeld voor patiënten met laag- of hooggradige dysplasie (onrustige cellen) in de Barrett-slokdarm. Of voor patiënten die eerder een endoscopische resectie hebben ondergaan. Met endoscopische resectie kan namelijk vaak niet de hele Barrett-slokdarm worden behandeld, met RFA kan dat wel. Soms kan het in uw situatie net anders zijn. Vraag daarom altijd aan uw arts, waarom u wel of niet in aanmerking komt voor een behandeling.
Endoscopische behandeling is voor een kleine groep patiënten met slokdarmkanker geschikt. Een endoscopische behandeling is namelijk alleen geschikt voor vroege vormen van slokdarmkanker die zich beperken tot de bovenste lagen van het slokdarmslijmvlies. En afwijkingen die nog geen uitzaaiingen hebben veroorzaakt. Dit zijn algemene adviezen, soms kan het in uw situatie net anders zijn, bespreek altijd met uw eigen arts, hoe de situatie voor u is.
Voor deze vraag verwijzen we u naar de informatie van het Barrett Expert Centrum waar u wordt behandeld. Bespreek met uw MDL-arts wat voor u van toepassing is.
Meestal krijgt u na endoscopische behandeling nog één of meerdere controles door middel van een kijkonderzoek. Hoe vaak u gecontroleerd moet worden is echter sterk afhankelijk van de soort behandeling die u heeft gekregen en waarvoor u behandeld bent. Vraag daarom altijd aan uw arts, of en hoe u gecontroleerd moet worden.
Een mogelijk voordeel is dat we u in de toekomst kunnen informeren als er nieuwe medische kennis of behandelingen zijn die van invloed kunnen zijn voor uw situatie. Bovendien helpt de registratie om meer kennis te verkrijgen over de Barrett-slokdarm en dat kan toekomstige patiënten verder helpen.
Contactgegevens
AVL Centrum voor Vroegdiagnostiek
t.a.v. Barrett Coördinatiecentrum
Postbus 90203
1006 BE Amsterdam
Email: barrett@nki.nl
Bekijk ook onze FAQ
Naar de FAQ paginaNeem contact op
"*" geeft vereiste velden aan